Toetsmatrijs: Good practices
Onderstaande tabel toont een voorbeeld van een beknopte toetsmatrijs, zoals die is gehanteerd bij de constructie van theorie-examens voor kandidaat-rijinstructeurs. Het te toetsen domein, theorie van de rijtaak, is voorafgaand hieraan uiteengelegd in een beschrijving van de rijtaak volgens moderne gedragswetenschappelijke modellen op het terrein van rijvaardigheid. Dit resulteerde in een onderscheid in hoofdtaken (hier afgebeeld in de linkerkolom) en deeltaken, kwaliteitscriteria waarop de adequaatheid van de taakuitvoering diende te worden beoordeeld en de aard van het te bevragen taakproces.
Toetsmatrijs examenthema ‘Theorie van de rijtaak’: aantal waarneem- en voorspel/evalueer opgaven (VE) en aantal handelingskeuzeopgaven (H) per hoofdrijtaak.
In een bijeenkomst met vertegenwoordigers van een examenopgavencommissie is bepaald welk gewicht iedere combinatie van kwaliteitscriteria en taakprocessen enerzijds en rijtaken anderzijds zou moeten krijgen. Veiligheid werd hierbij beschouwd als het belangrijkste criterium, gevolgd door achtereenvolgens doorstroming (vlot rijden), sociaal rijgedrag en milieusparend rijden. Bij de taakuitvoering werden ‘kruisen’ en ‘zijdelings verplaatsen’ als meest cruciale rijtaken van de totale rijtaak beschouwd, omdat daarbij de meeste ontmoetingen met anderen plaatshebben. Uitgaande van een aantal van 60 opgaven zijn na het verkrijgen van consensus de aantallen te ontwikkelen opgaven verdeeld over de cellen. In de tabel zien we dat het grote toegekende gewicht aan veiligheid zichtbaar terug te zien is in het aantal van 28 items dat besteed moet worden aan dit onderdeel. Ook zien we dat voor de rijtaak ‘Voorbereiden en afsluiten van verkeersdeelname’ geen handelingskeuzeopgaven worden ontwikkeld. Meer in het algemeen zijn er meer voorspel- en evalueeropgaven geconstrueerd dan handelingskeuzeopgaven. Ook dit is een gevolg van een keuze van de examenopgavencommissie.
Overgenomen uit: Cito | Toetsen op School
http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/toetsenopschool/toetsenopschool.pdf.
Schermafdruk van een toetsmatrijs in het toetsprogramma TestVision bij het onderdeel Neurologie – Geneeskunde.
Voorbeelden van niet-valide toetsen
- cursus gesprekvaardigheden (met veel practica) afsluiten met een meerkeuze-toets i.p.v. met een vaardigheidstoets (afwijkende vorm)
- een cursus waarin het analyseren en beoordelen van theorie centraal staat, afsluiten met een kennistoets (afwijkend niveau)
- een cursus waarin studenten zowel theorie moesten bestuderen als een onderzoeksopzet ontwikkelen (50:50) beoordelen volgens een verdeling van 80:20